Kennis- en ervaringstoets

De toets bestaat uit 20 meerkeuzevragen, die je maar 1 keer kunt beantwoorden. Doe dat eerlijk en zorgvuldig. Let er op dat je de toets in 1 keer afmaakt, want je kunt deze niet tussentijds opslaan. Om te slagen moet je minimaal 14 vragen correct beantwoorden. Veel succes!
Eerst even dit...
*
- Ik vul de vragen van de kennis- en ervaringstoets eerlijk en zonder hulp in
*
- Ik maak de toets in één keer af
Over jou
Aanhef
Voornaam*
Achternaam*
Geboortedatum*
DD dash MM dash JJJJ

We gaan er vanuit dat je 18 jaar of ouder bent.
E-mailadres*
*
- Ik ga ermee akkoord dat de ingevulde gegevens worden verwerkt zoals staat beschreven in het privacybeleid.

Hieronder zie je twee grafieken met een verloop van de maandlasten over de gehele looptijd van de hypotheek

Grafiek 1

Grafiek 2
2. In welke grafiek wordt een lineaire hypotheek afgebeeld?*
- Grafiek 1
- Grafiek 2

3. Bij een annuïteitenhypotheek betaal je maandelijks een deel terug. Tijdens de looptijd wordt het bedrag aan rente dat je over de hypotheek betaalt steeds lager. Is deze stelling juist?*
- Ja, omdat je maandelijkse aflossing steeds hoger wordt
- Ja, omdat je maandelijkse aflossing steeds lager wordt
- Nee, omdat je iedere maand een vast bedrag terugbetaalt
- Nee, omdat je een rente betaalt die voor een bepaalde periode vaststaat

4. Je gaat een huis kopen. Op basis van je huidige inkomen kan je het huis net financieren. Waarmee kun je het beste rekening houden?*
- Je hoeft alleen rekening te houden met je huidige inkomen
- Je moet rekening houden met je toekomstige inkomen
- Je moet rekening houden met je toekomstige inkomen en uitgaven
- Je moet rekening houden met je gemiddeld inkomen van de afgelopen drie jaar

5. Je hebt bij het afsluiten van je hypotheek gekozen voor een rentevastperiode van 10 jaar. Kun je dan je hypotheek tussentijds oversluiten naar een andere aanbieder?*
- Nee, dat kan niet zolang je rentevastperiode nog niet is afgelopen
- Ja maar je betaalt waarschijnlijk wel een boete
- Ja dat kan altijd zonder boete

6. Het duurt misschien nog even, maar als jij in de toekomst met pensioen gaat dan dalen waarschijnlijk je maandelijkse inkomsten. Heb je inzicht in wat je inkomen dan gaat worden en of je daarmee de rente en aflossing kunt blijven betalen?*
- Ik weet hoe hoog mijn pensioen is en ik kan mijn rente en aflossing blijven betalen of de hypotheek is volledig afgelost op het moment dat ik met pensioen ga.
- Ik weet hoe hoog mijn pensioen is, maar ik vraag mij af of ik de maandelijkse rente en aflossing kan blijven betalen.
- Ik heb geen idee hoe hoog mijn pensioen gaat worden en weet dus ook niet of ik de maandelijkse rente en aflossing kan blijven betalen.

7. Of jij je droomhuis kan financieren, wordt meestal bepaald door hoeveel je maximaal kan lenen van een bank of geldverstrekker. Waar houdt een bank of geldverstrekker rekening mee bij het bepalen van de maximale hypotheek?*
- De geldverstrekker kijkt naar het inkomen
- De geldverstrekker kijkt naar de waarde van de woning
- De geldverstrekker kijkt of de hypotheekrente wel of niet aftrekbaar is
- Alle van de hierboven genoemde antwoorden zijn juist

8. De hypotheekrente die je aan de bank betaalt is in de meeste gevallen:*
- 25 jaar aftrekbaar
- 30 jaar aftrekbaar
- 35 jaar aftrekbaar

Als je voor het eerst een woning koopt (starter) en je wilt in aanmerking komen voor hypotheekrente-aftrek, dan kun je kiezen uit de volgende hypotheekvormen:
1. Annuïteitenhypotheek
2. Lineaire hypotheek
3. Aflossingsvrije hypotheek
4. Bankspaarhypotheek
9. Welke van de bovenstaande hypotheekvormen zijn juist?*
- 1, 2 en 4 zijn juist
- 1, 2, en 3 zijn juist
- 1 en 2 zijn juist
- Alle vormen zijn mogelijk tot 01-01-2018

10. Het is natuurlijk fijn om aan het einde van de looptijd je hypotheek volledig afbetaald te hebben. Welke van de onderstaande hypotheken heb je aan het einde van de looptijd volledig afgelost?*
- Alleen een annuïteitenhypotheek
- Een annuïteitenhypotheek, lineaire hypotheek en een aflossingsvrije hypotheek
- Alleen een lineaire hypotheek
- De annuïteitenhypotheek en een lineaire hypotheek

1. De bruto maandlast van een hypotheek is het bedrag dat je maandelijks aan de bank/ geldverstrekker moet betalen.

2. De netto maandlast van een hypotheek is de bruto maandlast minus het belastingvoordeel dat je maandelijks van de belastingdienst terug kunt vragen.
11. Welke van de bovenstaande stellingen is/zijn juist*
- Stelling 1 is juist
- Stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist

12. In de krant zie je een advertentie voor hypotheken waarin een rente van 2,9% wordt aangeboden. In een andere advertentie staan rentepercentages van 3,7% en 4,6% vermeld. Wat kun je hieruit afleiden?*
- De rente van 2,9% hoort waarschijnlijk bij een kortere rentevastperiode dan de hogere rentes
- Dat heeft niks te maken met de rentevastperiode, maar met de hoogte van het hypotheekbedrag
- Bij de rente van 4,6% hoort hoogstwaarschijnlijk een (zeer) korte rentevastperiode. Er is namelijk kans dat de rente op korte termijn nog daalt en daar kun je dan alsnog gebruik van maken

13. Vanaf 2019 kan je maximaal 100% van het laagste bedrag van de koopsom of marktwaarde financieren. Als de kosten hoger liggen dan moet je die zelf betalen. Is dit juist?*
- Ja, vanaf 2019 is dit inderdaad 100%
- Nee je mag 125% van de koopsom lenen
- Weet ik niet

14. Een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) zorgt vaak voor een lagere hypotheekrente. Helaas komt niet iedereen voor een hypotheek met NHG in aanmerking. Bij welke koopsom krijg je zeker geen NHG?*
- Met een koopsom van €175.000,-
- Met een koopsom van €305.000,-
- Met een koopsom van €485.000,-

15. Waar houdt een geldverstrekker geen rekening mee bij het bepalen van het bedrag dat je maximaal kunt lenen?*
- Een vaste 13e maand
- Je financiële verplichtingen
- De aftrekbaarheid van je hypotheekrente
- Een te verwachten schenking

Als ik kies voor een lange rentevastperiode, dan:

1. Heb ik voor lange tijd zekerheid over mijn maandlasten

2. Krijg ik een lagere rente dan bij een korte rentevastperiode
16. Welke van de bovenstaande stellingen is/zijn juist?*
- Alleen stelling 1 is juist
- Alleen stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist

17. Als je een hypotheek hebt afgesloten moet je de maandelijkse rente en aflossing op tijd aan de bank betalen. Ook als je (tijdelijk) minder inkomsten hebt door ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of overlijden (van je eventuele partner). Is dit juist?*
- Ja
- Nee

18. Bij klaaskoophypotheken.nl sluit je een hypotheek af zonder advies. Ben je je er bewust van dat, hoewel we je wel zo goed en volledig mogelijk informeren, je uiteindelijk zelf je hypotheek kiest?*
- Ja
- Nee

19. Bij een annuïteitenhypotheek kun je in het begin een hoger bedrag aftrekken van je inkomen voor de belasting en later in de looptijd een lager bedrag. Is dit juist en waarom (niet)?*
- Ja, omdat je iedere maand een vast bedrag aflost, waardoor je hypotheek steeds lager wordt
- Ja, omdat je iedere maand steeds meer aflost, waardoor je hypotheek steeds lager wordt
- Nee, omdat de rente niet aftrekbaar is bij een annuïteitenhypotheek
- Nee, omdat je tijdens de looptijd van de annuïteitenhypotheek een vast bedrag aan rente betaalt

Stel dat je een hypotheek hebt die bestaat uit twee verschillende leningdelen.
- Een leningdeel annuïteitenhypotheek van €75.000,-
- Een leningdeel aflossingsvrije hypotheek van €100.000,-
20. Je lost tijdens de looptijd niet extra af op je hypotheek. Hoe groot is je hypotheekschuld aan het einde van de looptijd van je hypotheek?*
- €0,-
- €75.000,-
- €100.000,-
- €175.000,-

Je hebt alle vragen beantwoord. Nadat je de antwoorden hebt verstuurd, krijg je direct de uitslag te zien.

Eerst even dit...